Skip to main content

We hebben geautomatiseerde vertaalsoftware gebruikt om deze vertaling te maken.
Sommige inhoud is mogelijk niet volledig accuraat vanwege softwarebeperkingen en de complexiteit van het vertalen tussen talen.

Centraal Beheer

Onder "hoofdbestuur" wordt verstaan het hoofdbestuur van de onderneming met een communautaire dimensie of, in het geval van een concern met een communautaire dimensie, van de onderneming die zeggenschap uitoefent. (EOR-richtlijn 2009/38 EG)

Collectief ontslag (Richtlijn)

De twee belangrijkste doelstellingen voor de goedkeuring van Richtlijn 98/59/EG waren de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de praktische regelingen en procedures voor dergelijke ontslagen en een betere bescherming van de werknemers in geval van collectief ontslag.

Volgens de richtlijn moet elke werkgever die collectief ontslag overweegt, de vertegenwoordigers van de werknemers raadplegen om tot een akkoord te komen. Deze raadpleging moet ten minste betrekking hebben op de mogelijkheden om ontslag te voorkomen of om de omvang ervan te verminderen alsook op de mogelijkheid de gevolgen ervan te verzachten, met name door het nemen van sociale begeleidingsmaatregelen om ontslagen werknemers te herplaatsen of om te scholen.

De richtlijn is niet van toepassing op collectief ontslag in het kader van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of voor specifieke taken, op werknemers die in dienst zijn van overheidsinstanties of publiekrechtelijke instellingen en op de bemanning van zeeschepen.

De richtlijn bepaalt dat de lidstaten kunnen bepalen dat de werknemersvertegenwoordigers een beroep kunnen doen op deskundige bijstand in overeenstemming met de op nationaal niveau geldende maatregelen. De werkgever moet de vertegenwoordigers van de werknemers alle relevante informatie verstrekken en in ieder geval schriftelijk de volgende informatie verstrekken: de redenen voor zijn beslissing; de periode gedurende welke de ontslagen zullen plaatsvinden; het aantal en de categorie werknemers die gewoonlijk in dienst zijn; het aantal werknemers dat ontslagen zal worden; de criteria die gebruikt worden om de te ontslagen werknemers te selecteren; de methode die gebruikt wordt om de vergoeding te berekenen. De procedure voor collectief ontslag bestaat uit drie fasen:

  1. De werkgever stelt de bevoegde overheidsinstantie schriftelijk in kennis van het voorgenomen collectief ontslag. Deze kennisgeving moet alle relevante informatie bevatten over het voorgenomen ontslag en de gehouden raadplegingen, met uitzondering van de methode die gebruikt wordt om de vergoeding te berekenen. Wanneer de stopzetting van de activiteit echter het gevolg is van een rechterlijke beslissing, is kennisgeving alleen nodig op uitdrukkelijk verzoek van de autoriteit.

  2. De werkgever stuurt een kopie van de kennisgeving naar de vertegenwoordigers van de werknemers, die hun opmerkingen naar de bevoegde overheidsinstantie kunnen sturen.

  3. Collectief ontslag gaat ten vroegste 30 dagen na de kennisgeving in; de bevoegde overheidsinstantie gebruikt deze periode om oplossingen te zoeken.

De lidstaten mogen bepalingen toepassen of invoeren die gunstiger zijn voor de werknemers.

EC

Europese Gemeenschap

EER

Europese Economische Ruimte

EFBWW

Europese Federatie van Bouw- en Houtarbeiders

EFFAT

Europese Federatie van vakbonden voor voedsel, landbouw en toerisme, die ook huishoudelijk personeel vertegenwoordigt

EGF

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

EKK

EU-kwaliteitskader voor anticipatie op verandering en herstructurering

EP

Europees Parlement

EPSU

Europese Unie van Overheidsdiensten

ERM

Europese Herstructureringsmonitor (Eurofound)

ESF

Europees Sociaal Fonds

ETF

Europese Federatie van Transportwerknemers

ETUF

Europese Vakbondsfederatie

ETUI

Europees Vakbondsinstituut

EU

Europese Unie

Eurofound

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden - Tripartiet EU-agentschap dat kennis levert om te helpen bij de ontwikkeling van beter sociaal, werkgelegenheids- en werkgerelateerd beleid.

EVV

Europees Verbond van Vakverenigingen

EWC

Europese Ondernemingsraad

Fusieverordening

Fusies met een communautaire dimensie (ondernemingen met een gezamenlijke wereldwijde omzet van € 5 miljard en een omzet binnen de Europese Economische Ruimte van meer dan € 250 miljoen voor elk van hen, tenzij elk van de betrokken ondernemingen meer dan 2/3 van haar Europese omzet in één land behaalt; in dat geval moet de fusie door de mededingingsautoriteit van dat land worden onderzocht) moeten worden aangemeld bij de Commissie, die zal onderzoeken of een concentratie al dan niet een "machtspositie" in het leven zal roepen of versterken. Dit principe geldt ook voor situaties van "gezamenlijke dominantie" of duopolies en voor situaties van "collectieve dominantie" of oligopolies. In de meeste gevallen wordt een bedrijf geacht een marktdominantie te hebben als zijn marktaandeel meer dan 40% bedraagt. Maar fusies die "de daadwerkelijke mededinging op significante wijze belemmeren" (dit verwijst naar fusiezaken die leiden tot een marktaandeel van 20-40%), kunnen ook verboden worden als er na de fusie niet voldoende concurrentie overblijft om consumenten voldoende keuze te bieden. (Bron: Verordening EG/139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen)

GPA

Vakbond van werknemers in de particuliere economie in Oostenrijk

HBS

Hans-Böckler-Stichting

HJEU

Hof van Justitie van de Europese Unie

I&C

Informatie en overleg

industriAll Europa

De Federatie van onafhankelijke en democratische vakbonden die hand- en hoofdarbeiders vertegenwoordigen in de metaal-, chemische, energie-, mijnbouw-, textiel-, kleding- en schoenensector en aanverwante industrieën en activiteiten.

Overdracht van onderneming

De overgang van een onderneming verwijst naar de overdracht van een afzonderlijke economische eenheid aan een andere partij, bijvoorbeeld de verkoop van een bedrijf aan een nieuwe eigenaar. De belangen van werknemers bij een dergelijke overgang worden geregeld door Richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan (zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/50/EG van 29 juni 1998; geconsolideerd in Richtlijn 2001/23/EG van 12 maart 2001), die van toepassing is op de overgang van een onderneming, vestiging of onderdeel daarvan. Bij de overgang van een onderneming worden de arbeidsvoorwaarden in contracten en collectieve overeenkomsten gewaarborgd, maar de werkgelegenheid zelf wordt niet altijd gegarandeerd.

In 2007 werden verdere verordeningen van kracht die specifiek betrekking hadden op openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en waarbij eerdere verordeningen werden ingetrokken. Het meest opmerkelijk is dat deze nieuwe verordening de lidstaten in staat stelt om de voorwaarden voor de overdracht van andere rechten van hun werknemers te waarborgen dan die welke onder Richtlijn 2001/23 vallen. Indien nodig kunnen de lidstaten dus rekening houden met de sociale normen die zijn vastgelegd in de wet- en regelgeving of in nationale bestuursrechtelijke bepalingen, of in collectieve overeenkomsten of akkoorden tussen de sociale partners. (Bron: https://www.eurofound.europa.eu/observatories/eurwork/industrial-relations-dictionary/transfer-of-an-undertaking

Richtlijn

Richtlijnen maken deel uit van het secundaire recht van de EU. Ze worden daarom door de EU-instellingen aangenomen in overeenstemming met de Verdragen. Zodra ze op EU-niveau zijn aangenomen, worden ze door de EU-lidstaten omgezet in nationale wetgeving.

  • Richtlijn 2003/88/EG (zie samenvatting) over de organisatie van de arbeidstijd stelt bijvoorbeeld verplichte rusttijden en een limiet aan de wekelijkse arbeidstijd vast die in de EU is toegestaan.
  • Het is echter aan elke afzonderlijke lidstaat om zijn eigen wetten te ontwikkelen om te bepalen hoe deze regels moeten worden toegepast.
SCE

Societas Sooperativa Europaea - De Europese Coöperatieve Vennootschap is, in het vennootschapsrecht, een Europese coöperatieve vennootschapsvorm, opgericht in 2006 en verwant aan de Societas Europaea (SE).

SE

Societas Europaea - naamloze vennootschap geregistreerd volgens het vennootschapsrecht van de Europese Unie

SNB

bijzondere onderhandelingsraad: het orgaan dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, is ingesteld om met het hoofdbestuur te onderhandelen over de instelling van een Europese ondernemingsraad of een procedure ter informatie en raadpleging van de werknemers. (EOR-richtlijn 2009/38 EG)

UNI Europa

Vakbondsfederatie voor dienstverleners in Europa

verdi

Vereinte Dienstleistungsgewerkschaft - Verenigde Dienstenvakbond

WC

Ondernemingsraad

Feedback